Twee jongens lopen een drogisterij binnen en gaan naar het schap waar de tampons liggen. Ze pakken een doos en gaan naar de kassa.
De kassi?re kijkt enigszins verbaast en vraag aan de oudste van de twee. ?Jongeman hoe oud ben jij??
?Acht?, antwoord de jongen.
De kassi?re besloot en door te vragen. ?Weet je waar deze voor zijn??
De jongen antwoordde: ?Niet precies, maar ze zijn niet voor mij, maar ze zijn voor hem. Hij is mijn broertje en is vier jaar oud.?
?Oohw, echt waar??, antwoordde de kassi?re met een glimlach.
?Ja?, zei de jongen. ?We zagen op TV dat als je dit zou gebruiken, je dan kan zwemmen, tennis kan spelen en ook kan fietsen. Want nu kan hij al die dingen niet.?
De kassi?re kijkt enigszins verbaast en vraag aan de oudste van de twee. ?Jongeman hoe oud ben jij??
?Acht?, antwoord de jongen.
De kassi?re besloot en door te vragen. ?Weet je waar deze voor zijn??
De jongen antwoordde: ?Niet precies, maar ze zijn niet voor mij, maar ze zijn voor hem. Hij is mijn broertje en is vier jaar oud.?
?Oohw, echt waar??, antwoordde de kassi?re met een glimlach.
?Ja?, zei de jongen. ?We zagen op TV dat als je dit zou gebruiken, je dan kan zwemmen, tennis kan spelen en ook kan fietsen. Want nu kan hij al die dingen niet.?