Een schoonmoeder komt in de kraamkamer.
Na de haar eerste kleinkind gezien te hebben zegt ze tegen haar schoondochter:
Ik wil niet onbeleefd zijn, maar dit kind gelijkt niets op mijn zoon.
De schoondochter trok haar rok omhoog, duwde haar slip naar beneden en zei:
Ik wil niet onbeleefd zijn , maar dit is een PRUIM en geen KOPIEERMACHINE.
Na de haar eerste kleinkind gezien te hebben zegt ze tegen haar schoondochter:
Ik wil niet onbeleefd zijn, maar dit kind gelijkt niets op mijn zoon.
De schoondochter trok haar rok omhoog, duwde haar slip naar beneden en zei:
Ik wil niet onbeleefd zijn , maar dit is een PRUIM en geen KOPIEERMACHINE.