Een Belg is zijn nieuwe vloer aan het spijkeren.
Telkens als hij een spijker pakt bekijkt hij deze aandachtig en regelmatig gooit hij een spijker weg.
Zijn collega vraagt verbaast waarom hij die spijkers weg gooit.
Waarop deze antwoord: dat bij de meeste spijkers de punt naar beneden is en de kop omhoog maar bij sommige de punt naar boven en de kop omlaag. Die zijn dus niet bruikbaar en die gooi ik dus weg.
Want een ongelooflijke oen ben je toch zegt zijn collega.
Die andere spijkers gooi je toch niet weg, die bewaar je voor het plafond.
Telkens als hij een spijker pakt bekijkt hij deze aandachtig en regelmatig gooit hij een spijker weg.
Zijn collega vraagt verbaast waarom hij die spijkers weg gooit.
Waarop deze antwoord: dat bij de meeste spijkers de punt naar beneden is en de kop omhoog maar bij sommige de punt naar boven en de kop omlaag. Die zijn dus niet bruikbaar en die gooi ik dus weg.
Want een ongelooflijke oen ben je toch zegt zijn collega.
Die andere spijkers gooi je toch niet weg, die bewaar je voor het plafond.